Jeroen Rietbergen bevestigt vandaag dat hij contact van seksuele aard heeft gehad met vrouwen die betrokken waren bij The Voice of Holland. Vanochtend meldde RTL dat er aantijgingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik zijn binnengekomen. ‘De dingen die ik heb gedaan had ik nooit moeten doen’, aldus Rietbergen in een verklaring.
RTL en producent ITV hebben besloten The Voice of Holland voorlopig niet uit te zenden nadat de redactie van het BNNVARA-programma BOOS een mail aan ze gestuurd met aantijgingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik rondom The Voice of Holland. De zender wil tot de bodem uitzoeken wat er precies speelt.
Bandleider Jeroen Rietbergen, de partner van presentatrice Linda de Mol en zwager van The Voice-bedenker John de Mol, stuurde volgens BNNVARA vandaag een bekentenis naar de redactie van BOOS. Volgens de omroep legt hij zijn werkzaamheden per direct neer. In een verklaring bevestigt Rietbergen de aantijgingen.
‘Tijdens mijn jarenlange betrokkenheid bij The Voice of Holland heb ik contact van seksuele aard gehad met enige bij het programma betrokken vrouwen en seksueel getinte WhatsAppberichten uitgewisseld. Mijn betrokkenheid bij The Voice of Holland was als pianist en bandleider.’ Volgens Rietbergen was er voor zijn gevoel destijds ‘geen sprake van een machtspositie’. ‘Ik ben in mijn positie ook niet in staat iemand te bevoorrechten in het programma, ik ga uitsluitend over de muziek. De contacten heb ik toen als wederkerig en gelijkwaardig gezien’.
Rietbergen stelt nu dat hij zich er ‘zeer bewust’ van is geworden dat zijn ‘eigen perceptie niet helemaal relevant is, maar veel meer de perceptie van betreffende vrouwen’. Hij meent zich door het inzicht te beseffen dat zijn gedrag ‘volledig verkeerd is geweest’. Rietbergen vervolgt: ‘De dingen die ik heb gedaan had ik nooit moeten doen. Uiteraard ben ik hierdoor ook ten opzichte van mijn gezin en mijn opdrachtgever in de fout gegaan. Dit alles ben ik mij al een aantal jaren zeer bewust, vanaf het moment dat ik door mijn opdrachtgever streng ben aangesproken op mijn gedrag’.