In een klein stadje in Marokko, genaamd Fez, groeide de 20-jarige Ibrahim op. Zoals velen in zijn leeftijdsgroep, koesterde hij ambitieuze dromen die reikten tot over de grenzen van zijn thuisland. Zijn verlangen om een betere toekomst te creëren voor zichzelf en zijn familie was grenzeloos. Ibrahim, met zijn hart vervuld van hoop en verwachting, hoopte dat Europa, specifiek Nederland, zijn pad naar welvaart en succes zou effenen.
Het gezin waarin Ibrahim opgroeide, met drie zussen en vijf broers, had het niet breed. Zijn vader werkte onvermoeibaar om hen te onderhouden, maar de kansen en inkomsten in Marokko waren beperkt. “De droom van een beter leven voor mijn kinderen motiveerde me. Ik wilde dat ze de kansen kregen die ik niet had”, deelt Ibrahim terwijl hij terugkijkt op zijn jeugd.
De aantrekkingskracht van Europa werd versterkt door de verhalen en foto’s die Ibrahim op internet zag. Via een Facebookgroep raakte hij in gesprek met medemensen uit Marokko die al de stap naar Nederland hadden gezet. “Ze schilderden Nederland als een land van kansen, waar de overheid een helpende hand bood bij alles, van inkomensondersteuning tot huisvesting,” herinnert Ibrahim zich.
Gesterkt door deze getuigenissen en met de hoop op een betere toekomst voor ogen, overtuigde Ibrahim zichzelf om de sprong te wagen. Zijn familie was terughoudend, maar hij geloofde dat de overheid in Nederland hem zou bijstaan. Zonder veel aarzeling nam hij het besluit om te vertrekken. Het enige obstakel was het gebrek aan financiële middelen voor een vliegticket. Voor Ibrahim, die al moeite had om de eindjes aan elkaar te knopen, leek zelfs een paar honderd euro onbereikbaar. Gelukkig kwam zijn oom hem te hulp met financiële steun, met de voorwaarde van terugbetaling.
De realiteit die Ibrahim in Nederland aantrof, was echter ver verwijderd van de veelbelovende verhalen. Hij landde op Schiphol zonder enig idee waar hij naartoe moest. Via via hoorde hij van een plaats genaamd Ter Apel, waar hij kon verblijven. Hij klopte aan voor hulp bij het verkrijgen van financiële ondersteuning en huisvesting, maar tot zijn verbazing merkte hij dat het proces niet zo eenvoudig was als hem was voorgespiegeld. “Er waren allerlei bureaucratische stappen en ik moest lang wachten,” legt Ibrahim uit.
De realiteit van zijn nieuwe situatie was ontmoedigend. Ibrahim wilde direct aan het werk gaan en zijn familie ondersteunen zoals hij had gehoopt. Maar nu, twee jaar later, worstelt hij nog steeds met het verkrijgen van een verblijfsvergunning. De vraag “Wat heb ik verkeerd gedaan?” blijft door zijn gedachten spoken. Ibrahim is vastberaden om een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving. “Ik wil gewoon werken en mijn steentje bijdragen. Ik wil geen problemen veroorzaken,” benadrukt hij.
Ibrahim deelt momenteel de huizen van vrienden die hij tijdens zijn reis heeft ontmoet, en soms heeft hij zelfs de nacht in het park moeten doorbrengen. Zijn situatie is verre van comfortabel, en zijn verlangen om terug te keren naar Marokko, waar tenminste een glimp van hoop en perspectief was, groeit met de dag.
“De realiteit in Nederland is anders dan ik had gedacht. Mijn oorspronkelijke doel was om hier te komen en succesvol te worden, maar ik bevind me nu zonder een cent op zak. Ik kan niet wachten om terug te keren naar Marokko,” sluit Ibrahim af, zijn stem vervuld van teleurstelling maar nog steeds vastberaden om zijn eigen pad te vinden.